Subsidie elektrische vrachtwagen: AanZET, MIA, EIA & tips

De overstap naar elektrisch: een financiële puzzel

De transportsector staat aan de vooravond van een grote verandering. De transitie naar elektrische vrachtwagens is niet langer een verre toekomstvisie, maar een concrete realiteit die steeds dichterbij komt. Deze verschuiving biedt aanzienlijke kansen op het gebied van duurzaamheid, operationele efficiëntie en imago. Echter, de weg naar een elektrisch wagenpark is niet zonder financiële hobbels. De hogere aanschafprijs van elektrische trucks vergeleken met traditionele dieselvoertuigen vormt een significante drempel, zeker voor ondernemers die gewend zijn aan de kostenstructuur van conventioneel wagenparkbeheer. Daarnaast presenteert het landschap van subsidies, fiscale voordelen en regelingen zich vaak als een complex en onoverzichtelijk doolhof.   

Introductie: wegwijs in subsidieland voor elektrische vrachtwagens

De overgang naar een emissievrij wagenpark is een essentiële stap richting een duurzamere transportsector. Subsidies en fiscale stimuleringsmaatregelen spelen een cruciale rol in het versnellen van deze transitie, door de financiële drempel voor de aanschaf van elektrische vrachtwagens te verlagen. De Nederlandse overheid biedt een palet aan instrumenten, variërend van directe aankoopsubsidies die de initiële investering drukken tot fiscale aftrekposten die de belastingdruk verlagen.

Deze blog richt zich primair op de Energie-Investeringsaftrek (EIA) als een krachtig fiscaal instrument. De EIA wordt echter in de bredere context van andere belangrijke Nederlandse subsidieregelingen voor elektrische vrachtwagens geplaatst, zoals de populaire AanZET-regeling, de Milieu-Investeringsaftrek (MIA) en de meer specifieke Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwverkeer (SSEB). Het is namelijk de combinatie en het strategisch inzetten van deze regelingen die vaak leidt tot de meest optimale financiële uitkomst. De AanZET-subsidie, bijvoorbeeld, is zeer gewild en de budgetten zijn vaak snel uitgeput. Dit onderstreept het belang van alternatieve en aanvullende regelingen. Fiscale instrumenten zoals de EIA en MIA, hoewel anders van aard, kunnen een substantieel en soms meer voorspelbaar financieel voordeel bieden, zeker wanneer men de boot voor AanZET heeft gemist.   

• Een overzicht van de beschikbare subsidies voor elektrische vrachtwagens in Nederland voor het jaar 2025.
• Belangrijke aandachtspunten bij het aanvragen van deze subsidies.
• De specifieke regels en voorwaarden die gelden voor de EIA en de MIA.
• Veelvoorkomende valkuilen die men dient te vermijden.
• Mogelijke redenen waarom fiscale regelingen zoals de MIA en EIA soms onderbenut lijken in de transportsector.
• De toegevoegde waarde van een gespecialiseerde subsidieadviseur.

De informatie in deze blog is gebaseerd op de meest actuele kennis tot 25 mei 2025. Het subsidielandschap is echter dynamisch; regelingen, budgetten en voorwaarden kunnen jaarlijks veranderen. Een recent voorbeeld is de wijziging per 1 januari 2025, waardoor de MIA niet langer gecombineerd kan worden met de AanZET- of SSEB-regeling. Het is daarom raadzaam om altijd de meest recente informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) te consulteren of deskundig advies in te winnen. Voor diepgaande kennis, actuele updates en gespecialiseerde cursussen kan men terecht bij eTruckAcademy.nl.   

Het subsidiepalet 2025: welke smaken zijn er voor elektrische vrachtwagens?

De Nederlandse overheid stimuleert de overstap naar emissievrij zwaar transport met diverse financiële regelingen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste landelijke subsidies en fiscale voordelen die per 25 mei 2025 beschikbaar zijn voor de aanschaf en inzet van elektrische vrachtwagens en de bijbehorende laadinfrastructuur.

Aanschafsubsidie zero-emissie trucks (AanZET): de populaire sprinter

De AanZET-regeling is een directe subsidie gericht op het verlagen van de aanschafkosten of kosten van financial lease van nieuwe, volledig emissievrije vrachtwagens in de N2 (vanaf 10.000 kg) en N3 voertuigcategorieën. De subsidie compenseert een deel van de meerkosten ten opzichte van een vergelijkbare dieselvrachtwagen. Het subsidiepercentage en het maximale bedrag zijn afhankelijk van de voertuigcategorie en de grootte van de onderneming, waarbij het midden- en kleinbedrijf (MKB) doorgaans een hoger percentage ontvangt. In 2025 kan het maximale subsidiebedrag per vrachtwagen oplopen tot €115.200.   

De populariteit van de AanZET-regeling is groot. De beschikbare budgetten zijn in voorgaande rondes vaak binnen enkele dagen, soms zelfs uren, volledig aangevraagd of overtekend. Dit benadrukt de noodzaak voor een zeer snelle en correct voorbereide aanvraag zodra een nieuwe ronde opent. Voor 2025 staat er bijvoorbeeld een nieuwe aanvraagronde gepland die opent op dinsdag 30 september 2025, met een totaalbudget van €30 miljoen. Eerder in 2025, op 28 januari, opende al een ronde met een budget van €35,3 miljoen, die ook snel overtekend was.   

• De subsidieaanvraag moet worden ingediend voordat een definitieve, onherroepelijke koop- of financial leaseovereenkomst is ondertekend. Er is een overeenkomst met een ontbindende of opschortende voorwaarde vereist, bijvoorbeeld dat de koop alleen doorgaat als de AanZET-subsidie wordt toegekend.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• Een onderneming kan per werkdag slechts één subsidieaanvraag indienen voor de aanschaf van één emissieloze vrachtwagen.   
  
  
  
  
• Het gesubsidieerde voertuig dient minimaal vier jaar in eigendom te blijven van de subsidieontvanger en op diens naam tenaamgesteld te zijn.   
  
  
• Nieuw voor de AanZET-rondes in 2025 is dat ook vrachtwagens met een waterstofverbrandingsmotor (H2ICE) in aanmerking kunnen komen. Vrachtwagens in de N2-categorie met een gewicht tussen 4.250 kg en 10.000 kg komen daarentegen niet meer in aanmerking voor AanZET, omdat de meerkosten ten opzichte van dieselvarianten in deze klasse als te gering worden beschouwd.   
  
  
  
  

Wat betreft combinaties met andere regelingen: vanaf 1 januari 2025 is de AanZET-subsidie niet meer te combineren met de Milieu-Investeringsaftrek (MIA). Ook een combinatie met de SSEB-regeling of de Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) is niet toegestaan voor dezelfde investering. De AanZET is voor veel ondernemers de meest voor de hand liggende subsidie, maar de snelheid waarmee de budgetten opraken, maakt het essentieel om ook alternatieven zoals de EIA en MIA te overwegen.   

Subsidieregeling schoon en emissieloos bouwverkeer (SSEB)

De SSEB is een aanschafsubsidie specifiek gericht op emissieloze bouwwerktuigen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ook vrachtwagens die primair in de bouwsector worden ingezet onder deze regeling vallen. Dit is afhankelijk van de correcte SBI-code van de onderneming en de specifieke opbouw van de vrachtwagen, zoals bijvoorbeeld een betonmixer, kiepwagen of een voertuig met haakarmsysteem. Het doel van de SSEB is het reduceren van stikstofoxiden (NOₓ), fijnstof en CO₂-emissies in de bouw.   

Voor 2025 is de SSEB-regeling geopend op 4 maart en loopt tot en met 31 oktober 2025, met een totaal beschikbaar budget van €48 miljoen. Hiervan is €28 miljoen gereserveerd voor algemene aanvragen (aanschaf bouwwerktuigen) en €20 miljoen specifiek voor laadinfrastructuur, zoals accupakketten voor op de bouwplaats.   

Net als bij de AanZET-regeling, is de SSEB vanaf 1 januari 2025 niet meer te combineren met de MIA voor dezelfde investering. Deze regeling is een niche, maar kan zeer waardevol zijn voor transportbedrijven die gespecialiseerd zijn in bouwtransport.   

Energie-investeringsaftrek (EIA): de fiscale motor voor verduurzaming

De Energie-Investeringsaftrek (EIA) is een fiscale stimuleringsregeling die ondernemers ondersteunt bij investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Het is geen directe subsidie, maar een aftrekpost op de fiscale winst. Ondernemers mogen een bepaald percentage van de investeringskosten van bedrijfsmiddelen die op de zogenoemde Energielijst staan, aftrekken van hun winst. Dit gebeurt bovenop de gebruikelijke afschrijvingen en resulteert in een lagere te betalen inkomsten- of vennootschapsbelasting.   

Voor het jaar 2025 bedraagt het EIA-aftrekpercentage 40% van de in aanmerking komende investeringskosten. Het netto financiële voordeel van de EIA kan, afhankelijk van het geldende belastingtarief voor de onderneming, neerkomen op ongeveer 10% tot 12% van de investeringskosten. De regeling is toegankelijk voor alle ondernemers die in Nederland inkomsten- of vennootschapsbelasting betalen.  

De energielijst 2025: het groene boekje voor EIA De basis voor de EIA is de Energielijst, een document dat jaarlijks door de RVO wordt geactualiseerd. Deze lijst bevat specifieke bedrijfsmiddelen en technologieën, maar ook generieke categorieën voor energiebesparende maatregelen die voor de EIA in aanmerking komen.   

Voor elektrische vrachtwagens en de bijbehorende operatie is de EIA op verschillende manieren relevant:

• Directe toepassing elektrische vrachtwagen: De elektrische vrachtwagen als geheel staat doorgaans niet met een specifieke code op de Energielijst, in tegenstelling tot de Milieulijst waar wel een code voor elektrische vrachtwagens bestaat. Echter, de Energielijst 2025 noemt wel de categorie "Elektrische transportmiddelen voor bedrijfsgebruik". Dit zou kunnen betekenen dat de e-truck zelf onder bepaalde, nader te specificeren voorwaarden toch in aanmerking komt, of dat dit primair verwijst naar specifieke componenten of ondersteunende systemen.   
  
  
• Componenten en gerelateerde investeringen: Energiebesparende componenten op de elektrische vrachtwagen, of investeringen die direct gerelateerdzijn aan de energie-efficiënte operatie ervan, kunnen wel kwalificeren. Concrete voorbeelden hiervan zijn:
  • Elektrische koeling op koel/vries wegtransport (Energielijst 2025 code 240208 [W]). Dit is relevant voor geconditioneerd vervoer.   
    
    
    
    
  • Accu voor opslag van duurzaam opgewekte elektriciteit (Energielijst 2025 code 251118). Dit is met name interessant voor laadinfrastructuur op eigen terrein, waarbij bijvoorbeeld zonne-energie wordt opgeslagen voor het laden van de trucks.   
    
    
  • Laadpalen en laadinfrastructuur: Hoewel er specifieke subsidies zoals SPRILA en SPULA bestaan, kunnen laadpalen en bijbehorende infrastructuur onder bepaalde omstandigheden ook voor EIA in aanmerking komen. Dit kan een optie zijn als men niet in aanmerking komt voor SPRILA/SPULA, of als aanvulling daarop.   
    
    
• Generieke codes voor transport: De Energielijst bevat ook generieke codes voor energiebesparende investeringen in de transportsector die niet met een specifieke code worden genoemd. Dit biedt ruimte voor maatwerk en innovatieve oplossingen.    
  
  
  
  
  
  
  • Code 340000: Energieprestatieverbetering van bestaande transportmiddelen.
  • Code 440000: Energie-efficiënte transportmiddelen (nieuw of uitbreiding). Een belangrijke voorwaarde voor deze generieke codes is dat de investering een terugverdientijd moet hebben van ten minste 5 jaar en niet meer dan 15 jaar, en dat de energiebesparing aantoonbaar moet zijn.   
    
    
    
    

De toepassing van EIA op elektrische vrachtwagens en hun operatie vereist vaak een gedetailleerde analyse van de investering. Omdat de e-truck zelf niet altijd direct en volledig kwalificeert, is het vaak nodig de investering op te splitsen in componenten die wél expliciet op de Energielijst staan. Alternatief kan men proberen aan te tonen dat de totale investering onder een generieke code valt door een significante en aantoonbare energiebesparing te realiseren. Dit is complexer dan het aanvragen van een directe aankoopsubsidie en vergt specifieke kennis. Juist hier kan de expertise van eTruckAcademy en een subsidie scan van grote waarde zijn.   

Belangrijkste voorwaarden voor EIA:

• De investering per bedrijfsmiddel moet minimaal €2.500 bedragen.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• Het bedrijfsmiddel moet nieuw zijn en mag niet eerder gebruikt zijn.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• De investering moet binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting (datum van de orderbevestiging of het ondertekende koopcontract, dus niet de factuurdatum of leverdatum!) gemeld worden bij de RVO.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• Het bedrijfsmiddel moet binnen 12 maanden na de opdrachtdatum in gebruik worden genomen.   
  
  

Aanvraagproces EIA: De aanvraag voor EIA verloopt digitaal via het eLoket van de RVO. Hiervoor is eHerkenning met minimaal betrouwbaarheidsniveau 2+ (en machtiging voor RVO-diensten) vereist. Bij de aanvraag moeten diverse documenten worden overlegd, zoals offertes, technische specificaties van de investering en de getekende opdrachtbevestiging of koopovereenkomst. Na goedkeuring door de RVO ontvangt de ondernemer een EIA-verklaring. Het bedrag op deze verklaring kan vervolgens in de belastingaangifte (inkomsten- of vennootschapsbelasting) worden verwerkt om de aftrek te effectueren.   

Combinatieregels EIA:

• EIA kan niet gecombineerd worden met de Milieu-Investeringsaftrek (MIA) voor exact hetzelfde bedrijfsmiddel. Een ondernemer moet een keuze maken, of de investeringskosten opsplitsen in een EIA-deel en een MIA-deel, indien beide regelingen van toepassing zouden kunnen zijn op verschillende aspecten van de investering. Over het algemeen geldt dat als een investering voor beide in aanmerking komt, de EIA vaak een iets hoger netto voordeel oplevert dan de MIA, maar dit hangt af van de specifieke MIA-categorie.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• EIA kan wel gecombineerd worden met de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).   
  
  
  
  
• Indien ook AanZET-subsidie wordt ontvangen voor een investering die (deels) voor EIA in aanmerking komt, dan moet het ontvangen AanZET-bedrag in mindering worden gebracht op de investeringskosten waarover EIA wordt geclaimd. Dit verlaagt de grondslag voor de EIA.   
  
  

De EIA is een zeer waardevolle, maar vaak minder goed begrepen regeling. Correct toegepast kan de EIA een aanzienlijke bijdrage leveren aan de business case van elektrische vrachtwagens, met name voor de energiebesparende aspecten van het voertuig en de benodigde (eigen) laadinfrastructuur.

Milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL)

De Milieu-Investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) zijn twee fiscale regelingen die ondernemers stimuleren te investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Deze bedrijfsmiddelen moeten vermeld staan op de jaarlijks geactualiseerde Milieulijst.   

• MIA: Biedt een extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst. Afhankelijk van de milieueffecten en de gangbaarheid van het bedrijfsmiddel, kan tot 45% van het investeringsbedrag extra worden afgetrokken. De Milieulijst kent verschillende categorieën (aangeduid met letters A, B, D, E, F, G), waaraan verschillende MIA-percentages zijn gekoppeld.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• VAMIL: Geeft de mogelijkheid om 75% van de investeringskosten van een milieuvriendelijk bedrijfsmiddel op een willekeurig moment (versneld) af te schrijven. Dit leidt niet tot een lagere totale belastingdruk over de levensduur van het middel, maar wel tot een vermindering van de fiscale winst in het jaar van versnelde afschrijving. Dit resulteert in een liquiditeitsvoordeel en een rentevoordeel.   
  
  
  
  
  
  

De milieulijst 2025: de gids voor MIA/VAMIL De Milieulijst wordt jaarlijks door de RVO vastgesteld en gepubliceerd. Voor de transportsector is een belangrijke code op de Milieulijst 2025:   

• Code A 3116: Elektrisch of waterstof aangedreven vrachtwagen. Dit betekent dat de aanschaf van de elektrische vrachtwagen zelf direct in aanmerking kan komen voor MIA en VAMIL.    
  
  
  • Een bedrijfsmiddel onder categorie A komt in aanmerking voor 36% MIA én 75% VAMIL. Dit maakt de MIA/VAMIL een zeer aantrekkelijke optie voor de financiering van elektrische trucks.   
    
    
    
    
    
    
    
    
    
    

Belangrijkste voorwaarden MIA/VAMIL:

• Het bedrijfsmiddel moet op de Milieulijst van het investeringsjaar staan en voldoen aan de specifieke eisen die in de lijstomschrijving worden gesteld.   
  
  
  
  
• De investering per bedrijfsmiddel moet minimaal €2.500 bedragen.   
  
  
  
  
• Het bedrijfsmiddel moet nieuw zijn (niet eerder gebruikt). Demo-modellen kunnen soms als gebruikt worden aangemerkt.   
  
  
  
  
  
  
  
  
• De investering moet binnen drie maanden na het aangaan van de definitieve investeringsverplichting (datum ondertekening koopovereenkomst of definitieve opdracht) gemeld worden bij de RVO.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  

Aanvraagproces MIA/VAMIL: Het aanvraagproces is vergelijkbaar met dat van de EIA en verloopt digitaal via het eLoket van de RVO, waarvoor eHerkenning nodig is.   

Combinatieregels MIA/VAMIL:

• MIA/VAMIL kan niet gecombineerd worden met de EIA voor hetzelfde bedrijfsmiddel of hetzelfde investeringsbedrag. Er moet een keuze worden gemaakt, of de kosten moeten worden gesplitst.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• Een zeer belangrijke wijziging is dat vanaf 1 januari 2025 de MIA/VAMIL niet meer gecombineerd kan worden met de AanZET-subsidie of de SSEB-subsidie voor dezelfde investering. Dit betekent dat als men AanZET of SSEB toegekend krijgt voor een elektrische vrachtwagen, men voor diezelfde vrachtwagen geen MIA/VAMIL meer kan claimen. Dit maakt een strategische afweging vooraf cruciaal.   
  
  
  
  
  
  
• MIA/VAMIL kan wel gecombineerd worden met de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).   
  
  

De MIA/VAMIL-regeling is, dankzij de specifieke code voor elektrische vrachtwagens, zeer relevant voor de aanschaf. De recente wijziging in de combinatiemogelijkheden met AanZET/SSEB betekent echter dat ondernemers goed moeten afwegen welke regeling het meeste voordeel biedt, of welke regeling als plan B kan dienen indien AanZET niet (meer) beschikbaar is. In dat laatste scenario is de MIA/VAMIL een krachtig alternatief.

Subsidies voor laadinfrastructuur: SPRILA en SPULA

Elektrische vrachtwagens kunnen niet opereren zonder adequate laadinfrastructuur. De overheid biedt hiervoor specifieke ondersteuning via de Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij bedrijven (SPRILA) en de Subsidieregeling Publieke Laadinfrastructuur zwaar vervoer (SPULA).   

• SPRILA:Deze regeling is bedoeld voor het realiseren van niet-publiek toegankelijke laadpunten op eigen bedrijfsterrein. Er zijn twee componenten:
  • SPRILA Advies: Subsidie voor het inwinnen van advies over de aanleg van laadinfrastructuur. Dit kan 50% van de advieskosten vergoeden, tot een maximum van €3.500.   
    
    
    
    
    
    
    
    
  • SPRILA Aanschaf: Subsidie voor de daadwerkelijke aanschaf en installatie van laadpunten en de benodigde netaansluiting. De aanvraagperiode voor 2025 loopt van 25 maart tot en met 19 december 2025.   
    
    
• SPULA: Deze regeling stimuleert de realisatie van publiek toegankelijke laadlocaties voor zwaar elektrisch vervoer. De subsidie kan oplopen tot 20% van de subsidiabele kosten, met vaste bedragen per type laadstation (bijvoorbeeld €19.000 voor een 200-350 kW laadstation, €43.000 voor >350 kW) en voor stationaire batterijopslag (€80 per kWh). De aanvraagperiode voor SPULA in 2025 loopt van 13 mei tot en met 19 december 2025.   
  
  
  
  
  
  
  
  

Deze regelingen zijn essentieel om de "kip-of-ei"-problematiek van voertuigen en laadpunten te doorbreken en vullen de subsidies voor de voertuigen zelf aan.

Provinciale en gemeentelijke subsidies: de lokale extraatjes

Naast de landelijke regelingen is het ook raadzaam om te onderzoeken of er op provinciaal of gemeentelijk niveau aanvullende subsidies of stimuleringsmaatregelen beschikbaar zijn. Provincie Gelderland is bijvoorbeeld actief met subsidies voor DC-snelladers. Ook sommige gemeenten, zoals Amsterdam en Rotterdam, hebben eigen programma's om de verduurzaming van logistiek te ondersteunen. Deze lokale initiatieven kunnen het financiële plaatje van de overstap naar elektrisch transport verder optimaliseren. Een zoektocht bij de eigen provincie en gemeente is dus zeker de moeite waard.   

Tabel 1: Kernsubsidies elektrische vrachtwagens Nederland 2025

Exporteren naar Spreadsheets

Let op: percentages en bedragen zijn indicatief voor 2025 en kunnen wijzigen. Raadpleeg altijd de actuele RVO-informatie.

Tabel 2: MIA vs. EIA voor elektrische vrachtwagens (keuzehulp bij geen AanZET)

Exporteren naar Spreadsheets

Deze tabel dient als algemene richtlijn. De optimale keuze hangt af van de specifieke investering en bedrijfssituatie.

Aandachtspunten en regels bij subsidieaanvragen: de kleine lettertjes tellen

Het succesvol aanvragen van subsidies voor elektrische vrachtwagens vereist aandacht voor detail en een goed begrip van de spelregels. Er zijn diverse algemene en specifieke voorwaarden waar men rekening mee moet houden.

De cruciale 3-maanden deadline voor MIA en EIA: Een van de meest strikte en vaak gemiste voorwaarden voor zowel de MIA als de EIA is de aanmeldtermijn. De investering moet binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting gemeld worden bij de RVO. Dit is een harde eis; een te late melding betekent onherroepelijk dat men geen aanspraak meer kan maken op de fiscale aftrek. Het is hierbij van groot belang te begrijpen wat de RVO verstaat onder het "aangaan van de investeringsverplichting". Dit is niet de datum van de offerte, de factuur of de levering, maar het moment waarop de koop definitief en onherroepelijk wordt vastgelegd, zoals de datum van ondertekening van een bindende koopovereenkomst of een definitieve opdrachtbevestiging. Dit detail is cruciaal en wordt soms verkeerd geïnterpreteerd, met als gevolg het mislopen van potentieel aanzienlijk fiscaal voordeel.   

Voorlopige overeenkomst voor AanZET: Voor de AanZET-regeling geldt een andere belangrijke timing: de aanvraag moet ingediend worden voordat de definitieve koop- of financial leaseovereenkomst is getekend. Er is een overeenkomst met een ontbindende of opschortende voorwaarde nodig. Dit betekent dat in het contract wordt opgenomen dat de order pas definitief wordt na toekenning van de AanZET-subsidie.   

MKB-toets: Voor regelingen zoals AanZET en SSEB, waarbij de hoogte van de subsidie afhankelijk is van de bedrijfsgrootte (klein, middelgroot of groot), is het correct invullen en indienen van de MKB-toets van de RVO essentieel om voor het juiste subsidiepercentage in aanmerking te komen.   

Volledigheid van documentatie: Zorg voor een complete en correcte administratie. Alle relevante documenten, zoals offertes, (voorlopige) overeenkomsten, facturen, technische specificaties van de voertuigen en componenten, en eventuele verklaringen van leveranciers, moeten zorgvuldig bewaard en op verzoek overlegd kunnen worden.   

eHerkenning: Voor het digitaal indienen van aanvragen bij het eLoket van de RVO is eHerkenning vereist. Afhankelijk van de specifieke regeling is minimaal betrouwbaarheidsniveau EH2+ of EH3 nodig. Het is raadzaam om dit tijdig te regelen, aangezien de aanvraagprocedure voor eHerkenning enige tijd in beslag kan nemen.   

Nieuw vs. gebruikt: De MIA- en EIA-regelingen zijn in principe bedoeld voor de investering in nieuwe bedrijfsmiddelen. Een bedrijfsmiddel wordt als nieuw beschouwd als het nog niet eerder is gebruikt. Demo-modellen of voertuigen die al kortstondig zijn ingezet, kunnen fiscaal als 'gebruikt' worden aangemerkt en komen dan mogelijk niet in aanmerking.   

RVO als uitvoerder: De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is de uitvoerende instantie voor de meeste van deze regelingen. De RVO beoordeelt de aanvragen, geeft verklaringen af (voor EIA en MIA/VAMIL) of keert de subsidiebedragen uit (bijvoorbeeld bij AanZET). Vanaf 1 januari 2025 handelt de RVO ook de bezwaar- en beroepsprocedures voor de MIA en VAMIL af, wat voorheen bij de Belastingdienst lag. Dit moet leiden tot snellere duidelijkheid voor aanvragers.   

Valkuilen bij subsidies: waar kan het misgaan?

Ondanks de goede bedoelingen en de beschikbare ondersteuning, zijn er diverse valkuilen waar ondernemers in kunnen trappen bij het aanvragen van subsidies voor elektrische vrachtwagens. Bewustzijn van deze potentiële struikelblokken kan helpen om ze te vermijden.

• Te laat aanvragen: Dit is wellicht de meest voorkomende en meest fatale fout, met name het overschrijden van de strikte 3-maandentermijn voor het melden van investeringen voor MIA en EIA.   
  
  
  
  
  
  
• Onvolledige of incorrecte aanvraag: Het indienen van een aanvraag met ontbrekende documenten, verkeerd ingevulde gegevens (zoals MKB-status), of het gebruik van incorrecte bedrijfsmiddelcodes kan leiden tot vertraging of afwijzing.   
  
  
  
  
• Verkeerde interpretatie van voorwaarden: De regelingen kennen gedetailleerde voorwaarden. Een misverstand over wat wel en niet subsidiabel is (bijvoorbeeld bij EIA, waar vaak specifieke componenten en niet de hele truck in aanmerking komen) of over de vereiste documentatie (bijvoorbeeld denken dat een offerte volstaat waar een getekende overeenkomst nodig is) kan problematisch zijn.
• Misverstanden over combinatieregels: Het proberen te stapelen van subsidies die niet (meer) gecombineerd mogen worden, zoals de AanZET en MIA vanaf 2025, leidt onvermijdelijk tot problemen. De interacties tussen regelingen, inclusief verrekeningsverplichtingen, zijn complex en vereisen aandacht.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• Budgetuitputting (vooral bij AanZET): Te lang wachten met het indienen van een aanvraag bij populaire regelingen met een beperkt budget, zoals de AanZET, resulteert vaak in teleurstelling omdat de subsidiepot al leeg is.   
  
  
• Geen rekening houden met verrekening: Bij het combineren van EIA met bijvoorbeeld AanZET, moet het ontvangen AanZET-subsidiebedrag in mindering worden gebracht op de investeringskosten waarvoor EIA wordt aangevraagd. Wordt dit vergeten, dan kan dit bij de belastingaangifte tot correcties leiden.   
  
  
• Administratieve last onderschatten: Het verzamelen van alle benodigde informatie, het invullen van formulieren en het volgen van de procedures kan een tijdrovend proces zijn, wat soms wordt onderschat.   
  
  

De veelheid aan regelingen, de specifieke en soms technische voorwaarden per regeling, de jaarlijkse wijzigingen in lijsten en budgetten, en de complexe interacties tussen de verschillende subsidies creëren een web waarin men gemakkelijk verstrikt kan raken. Zonder diepgaande en actuele kennis van het subsidielandschap is de kans op het maken van fouten of het mislopen van voordelen aanzienlijk. Dit benadrukt niet alleen het belang van een zorgvuldige voorbereiding, maar ook de potentiële meerwaarde van deskundige ondersteuning.   

MIA en EIA: waarom vaak onbekend of onbemind in de transportsector?

Hoewel de Milieu-Investeringsaftrek (MIA) en de Energie-Investeringsaftrek (EIA) aanzienlijke financiële voordelen kunnen bieden bij de investering in elektrische vrachtwagens en bijbehorende infrastructuur, lijken deze fiscale regelingen in de transportsector soms minder bekend of benut dan bijvoorbeeld de directere AanZET-subsidie. Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor deze relatieve onbekendheid of terughoudendheid.

• Onbekendheid met fiscale regelingen versus directe subsidies: Ondernemers zijn vaak sterker gefocust op directe aankoopsubsidies zoals de AanZET. Deze verlagen immers direct de initiële aanschafprijs, wat een onmiddellijk en tastbaar effect heeft op de investeringskosten. Fiscale aftrekposten zoals MIA en EIA werken anders; het voordeel wordt pas later gerealiseerd via de belastingaangifte (lagere winstbelasting). Deze "verlate" beloning kan minder direct appelleren.   
  
  
  
  
  
  
  
  
• Perceptie van complexiteit en administratieve last: De termen "Milieulijst" en "Energielijst", de noodzaak om specifieke codes voor bedrijfsmiddelen te identificeren, en het idee dat dit ingewikkelde aanpassingen in de fiscale aangifte vereist, kunnen een drempel opwerpen. Voor de EIA komt daar nog bij dat de investering soms moet worden opgesplitst in kwalificerende componenten, of dat voor generieke codes een energiebesparing aangetoond moet worden, wat de complexiteit verder kan verhogen.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• "Vergeten" regelingen: In de hectiek van de dagelijkse bedrijfsvoering, waarbij de focus ligt op operationele zaken en directe kostenbeheersing, kunnen deze fiscale optimalisatiemogelijkheden gemakkelijk over het hoofd worden gezien of naar de achtergrond verdwijnen.
• Minder directe impact op cashflow: Een directe subsidie heeft een onmiddellijk positief effect op de liquiditeit. Het voordeel van MIA en EIA, hoewel substantieel, manifesteert zich pas bij de definitieve belastingaanslag. Voor bedrijven die sterk sturen op directe cashflow kan dit initieel minder aantrekkelijk lijken.
• Focus op het voertuig, niet op componenten of energiebesparing: De EIA is vaak niet primair gericht op de elektrische vrachtwagen als één geheel, maar op specifieke energiebesparende componenten of de energie-efficiënte operatie. Dit vereist een andere, meer gedetailleerde kijk op de investering dan bij een algemene voertuigsubsidie.   
  
  
  
  
  
  

De "onzichtbaarheid" van fiscale voordelen in vergelijking met directe subsidies speelt een belangrijke rol. Een korting die direct van de aankoopprijs afgaat, is psychologisch en financieel directer en aantrekkelijker dan een belastingvermindering die pas later voelbaar wordt. De inherente complexiteit van het fiscale systeem en de noodzaak om te werken met specifieke, jaarlijks wisselende lijsten (Energielijst, Milieulijst) vormen een significante kennisbarrière. Evaluaties van de RVO wijzen ook uit dat de bekendheid en de ervaren complexiteit van deze regelingen aandachtspunten zijn. Het is daarom van belang om de concrete financiële voordelen van EIA en MIA, bijvoorbeeld uitgedrukt als een netto percentage van de investering, duidelijk te communiceren om ze tastbaarder en aantrekkelijker te maken voor ondernemers in de transportsector.   

De subsidieadviseur: een investering die zichzelf terugverdient

Het navigeren door het complexe landschap van subsidies en fiscale regelingen voor elektrische vrachtwagens kan een ontmoedigende taak zijn. Het inschakelen van een gespecialiseerde subsidieadviseur is dan ook geen overbodige luxe, maar kan juist een strategische zet zijn die zichzelf ruimschoots terugverdient.

Waarom een adviseur inschakelen? Een subsidieadviseur biedt diverse voordelen:

• Kennis en overzicht: Adviseurs beschikken over diepgaande en actuele kennis van alle relevante subsidieregelingen, de bijbehorende voorwaarden, strikte deadlines en de vaak complexe combinatiemogelijkheden en uitsluitingen. Zij volgen de wijzigingen op de voet.   
  
  
  
  
• Tijdsbesparing: Het uitzoekwerk, het voorbereiden van de aanvraag en de communicatie met uitvoerende instanties zoals de RVO kan zeer tijdrovend zijn. Een adviseur neemt deze administratieve last grotendeels uit handen, waardoor de ondernemer zich kan blijven focussen op de kernactiviteiten van het bedrijf.   
  
  
• Maximalisatie van opbrengst: Een goede adviseur zorgt ervoor dat alle mogelijke subsidies en fiscale voordelen correct en volledig worden aangevraagd, waardoor de financiële opbrengst wordt gemaximaliseerd. Zij kunnen adviseren over de meest strategische keuzes, bijvoorbeeld wanneer te kiezen tussen AanZET en MIA, of hoe EIA en MIA optimaal te benutten voor verschillende onderdelen van een investering.   
  
  
  
  
• Foutreductie: De complexiteit van de regels leidt gemakkelijk tot fouten in de aanvraag. Een onjuiste of onvolledige aanvraag kan resulteren in afwijzing van de subsidie of zelfs tot terugvordering op een later moment. Een adviseur minimaliseert dit risico aanzienlijk.   
  
  
• Ontzorging: Een adviseur kan het gehele traject begeleiden, van de eerste inventarisatie van mogelijkheden tot en met de afhandeling van de aanvraag en de verantwoording achteraf.

De ROI van een subsidieadviseur: De kosten voor het inschakelen van een subsidieadviseur moeten worden gezien als een investering, niet als een onnodige uitgave. De potentiële opbrengsten en besparingen wegen vaak ruimschoots op tegen de advieskosten.

• Voorbeeld 1: Een gemiste AanZET-aanvraag door een procedurefout of het te laat indienen kan een verlies van tienduizenden euro's aan subsidie betekenen. Een deskundige adviseur had dit kunnen voorkomen.
• Voorbeeld 2: Een adviseur kan EIA-mogelijkheden identificeren voor specifieke energiebesparende componenten van een elektrische vrachtwagen of voor de laadinfrastructuur, waar de ondernemer zelf wellicht niet aan had gedacht. Dit kan resulteren in duizenden euro's extra fiscaal voordeel.
• Voorbeeld 3: Het correct toepassen van de VAMIL (versneld afschrijven) naast de MIA kan een significant liquiditeitsvoordeel opleveren, wat de adviseur kan berekenen en faciliteren.

De complexiteit van de regelingen en de aanzienlijke financiële belangen die gemoeid zijn met de aanschaf van elektrische vrachtwagens maken de kans op het mislopen van geld of het maken van kostbare fouten reëel. De expertise van een adviseur levert vaak een direct en meetbaar financieel voordeel op dat de advieskosten overstijgt. Hoewel de RVO zelf ook informatie en tools aanbiedt, kan een onafhankelijke, gespecialiseerde adviseur een meer op de individuele bedrijfssituatie toegesneden, proactieve en strategische rol spelen.   

Voor ondernemers die serieus werk willen maken van de transitie naar elektrisch transport en de beschikbare financiële ondersteuning optimaal willen benutten, is eTruckAcademy.nl een waardevolle kennispartner. Naast informatieve blogs zoals deze, biedt het platform diepgaande cursussen en praktische tools over subsidies, TCO-berekeningen, laadinfrastructuur en alle andere aspecten van de overstap naar een emissievrij wagenpark. 

Heb je nog geen subsidie-adviseur die je bijstaat? Dan helpen wij je graag! Plan direct je 30 minuten telefonische subsidie-scan in via:
LINK

Praktische tips voor een succesvolle subsidieaanvraag

Een goede voorbereiding is het halve werk, zeker als het gaat om subsidieaanvragen. Hieronder enkele praktische tips die de kans op een succesvolle aanvraag voor financiering van een elektrische vrachtwagen vergroten:

• Start op tijd met de voorbereiding: Begin met het oriënteren op de verschillende regelingen en het verzamelen van informatie ruim voordat de daadwerkelijke investeringsbeslissing definitief wordt genomen en contracten worden getekend.   
  
  
• Documenteer alles zorgvuldig: Bewaar alle offertes, (concept)overeenkomsten, opdrachtbevestigingen, facturen, technische specificaties van de voertuigen en componenten, en alle relevante communicatie met leveranciers en andere partijen. Een goede administratie is cruciaal.   
  
  
• Controleer de MKB-status: Maak gebruik van de officiële MKB-toets van de RVO om de bedrijfsgrootte (klein, middelgroot of groot) correct vast te stellen. Dit is van invloed op de hoogte van bepaalde subsidies zoals AanZET en SSEB.
• Gebruik de juiste RVO-codes: Voor de EIA en MIA is het correct identificeren en vermelden van de bedrijfsmiddelcodes zoals die op de Energielijst en Milieulijst staan, essentieel. Raadpleeg de meest recente lijsten of schakel een expert in om de juiste codes te bepalen.
• Dien compleet en correct in: Controleer de aanvraag en alle bijlagen dubbel op volledigheid en juistheid voordat deze definitief wordt ingediend bij de RVO.
• Houd deadlines scherp in de gaten: Noteer alle relevante deadlines, met name de strikte 3-maandentermijn voor het melden van investeringen voor EIA en MIA, en de vaak korte aanvraagvensters voor populaire regelingen zoals AanZET.
• Overweeg een ontbindende of opschortende voorwaarde: Zeker bij het aanvragen van AanZET is een overeenkomst met een dergelijke voorwaarde (order definitief na toekenning subsidie) verplicht. Ook als andere subsidies cruciaal zijn voor de haalbaarheid van de investering, kan zo'n clausule verstandig zijn.
• Schakel tijdig hulp in: Onderschat de complexiteit niet. Een gespecialiseerde subsidieadviseur of een kennisplatform zoals eTruckAcademy.nl kan waardevolle ondersteuning bieden gedurende het gehele traject. Overweeg bijvoorbeeld een gratis 30 minuten telefonische subsidie scan om de eerste mogelijkheden te verkennen. 
• De RVO-website als primaire bron: De website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl) is de officiële en primaire bron voor alle actuele informatie, voorwaarden, handleidingen en aanvraagformulieren voor de landelijke subsidieregelingen. De RVO biedt zelf ook vaak adviespagina's en tips voor het succesvol doorlopen van aanvraagprocedures.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  

Vooruitblik: de toekomst van subsidies en elektrisch transport

De transitie naar een emissievrije transportsector is in volle gang, en subsidies spelen hierin een belangrijke faciliterende rol. Wat kunnen we verwachten voor de komende jaren?

• Adoptie van elektrische vrachtwagens: Het aantal elektrische vrachtwagens op de Nederlandse wegen neemt gestaag toe. CBS-cijfers lieten begin 2024 een verzevenvoudiging zien sinds begin 2022, al blijft het aandeel ten opzichte van dieseltrucks nog bescheiden. De adoptiegraad in Nederland kende in 2024 een lichte terugval in groei vergeleken met sommige andere Europese landen zoals Duitsland , maar de algemene trend is stijgend. De actieradius en laadinfrastructuur blijven belangrijke aandachtspunten.   
  
  
  
  
  
  
  
  
• Overheidsdoelstellingen: Zowel Nederland als de Europese Unie hebben ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor CO2-reductie en de overgang naar zero-emissie transport, met belangrijke mijlpalen richting 2030 en 2050. De invoering van zero-emissiezones in een groeiend aantal Nederlandse steden vanaf 1 januari 2025 (en verder uitgebreid in de jaren daarna) zal de vraag naar elektrische vrachtwagens verder stimuleren.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
• Vrachtwagenheffing vanaf medio 2026: Een belangrijke ontwikkeling is de invoering van een kilometerheffing voor vrachtwagens in Nederland, gepland voor medio 2026. Emissievrije vrachtwagens zullen hierbij een forse korting op het tarief krijgen. Cruciaal is dat de netto-opbrengsten van deze heffing geoormerkt zijn om terug te vloeien naar de transportsector, specifiek ter financiering van verduurzamings- en innovatiemaatregelen. Dit creëert een circulair financieringsmodel: de heffing op potentieel vervuilend transport draagt bij aan de middelen om schoon transport te stimuleren. Dit biedt een zekere mate van voorspelbaarheid en continuïteit voor ondersteuningsmaatregelen op de langere termijn, ook al kunnen de precieze invulling en voorwaarden van de subsidieregelingen in de toekomst wijzigen.   
  
  
  
  
  
  
  
  
• Verwachte subsidieontwikkelingen na 2025/2026:
  • De verwachting is dat de AanZET-regeling, of een vergelijkbare aankoopsubsidie, zal blijven bestaan, mede gefinancierd uit de opbrengsten van de vrachtwagenheffing.   
    
    
  • Fiscale regelingen zoals de EIA en MIA/VAMIL zullen waarschijnlijk ook in de toekomst een rol blijven spelen, al kunnen de specifieke bedrijfsmiddelen op de Energie- en Milieulijsten en de bijbehorende aftrekpercentages jaarlijks worden aangepast aan technologische ontwikkelingen en marktcondities.
  • Naarmate de Total Cost of Ownership (TCO) van elektrische vrachtwagens concurrerender wordt ten opzichte van dieselvarianten, is het mogelijk dat de focus van subsidies verschuift van directe aankoopondersteuning naar meer stimulering van het gebruik, de uitrol van (slimme) laadinfrastructuur, of ondersteuning voor specifieke innovaties.   
    
    
    
    
• Belang van TCO-calculaties: Naast het optimaal benutten van subsidies, wordt een gedegen berekening van de Total Cost of Ownership (TCO) steeds belangrijker bij de investeringsbeslissing. Hoewel de aanschafprijs van elektrische vrachtwagens hoger ligt, kunnen lagere operationele kosten (minder "brandstof"kosten door goedkopere elektriciteit, lagere onderhoudskosten door minder bewegende delen) dit op termijn compenseren, zeker bij een hoog aantal gereden kilometers. *   
  
  
  
  
  
  
  
  

De toekomst van het goederenvervoer is onmiskenbaar elektrisch. Door nu strategisch te plannen en gebruik te maken van de beschikbare ondersteuning, kunnen transportbedrijven niet alleen bijdragen aan een duurzamere wereld, maar ook hun eigen concurrentiepositie voor de toekomst versterken.

Samenvattende conclusie: grijp de kansen!

De overstap naar elektrische vrachtwagens is een complexe, maar noodzakelijke stap voor de Nederlandse transportsector. Subsidies en fiscale regelingen zoals de Energie-Investeringsaftrek (EIA), de Milieu-Investeringsaftrek (MIA) en de Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks (AanZET) zijn essentiële instrumenten om deze transitie financieel haalbaar en aantrekkelijk te maken.

Deze financiële steunmaatregelen kunnen aanzienlijke voordelen opleveren, maar het succesvol benutten ervan vereist gedegen kennis van de voorwaarden, een nauwgezette aanpak van het aanvraagproces en een scherp oog voor deadlines. De complexiteit van het subsidielandschap, de jaarlijkse wijzigingen en de specifieke eisen per regeling maken dat het risico op het mislopen van voordelen of het maken van fouten reëel is.

Het is daarom cruciaal om tijdig en correct te handelen. Een goede voorbereiding, het zorgvuldig documenteren van investeringen en het begrijpen van de interacties tussen verschillende regelingen zijn van groot belang. Gezien de complexiteit en de potentiële financiële impact, kan deskundig advies van een subsidie-expert of gespecialiseerd platform van onschatbare waarde zijn.

De transitie naar elektrisch transport is niet alleen een verplichting, maar ook een strategische kans. Laat geen geld op tafel liggen. Maak gebruik van de beschikbare ondersteuning om de investering in een duurzame toekomst te verlichten. Plan nu een gratis 30 minuten telefonische subsidie scan met een expert van eTruckAcademy.nl om de specifieke mogelijkheden voor uw bedrijf te verkennen en de eerste stappen te zetten naar een succesvolle subsidieaanvraag. 

Heb je nog geen subsidie-adviseur die je bijstaat? Dan helpen wij je graag! Plan direct je 30 minuten telefonische subsidie-scan in via:
LINK

Veelgestelde vragen over energie investeringsaftrek elektrische vrachtwagen en andere subsidies

• Vraag 1: Kan ik EIA aanvragen voor de volledige elektrische vrachtwagen?
  • Antwoord: Meestal niet direct voor de gehele vrachtwagen onder één specifieke EIA-code. De EIA richt zich op energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Dit betekent dat specifieke energie-efficiënte componenten van de elektrische vrachtwagen (zoals een elektrische koelunit) of systemen die de energie-efficiëntie van de operatie verbeteren, in aanmerking kunnen komen. Ook kan de vrachtwagen als geheel mogelijk onder een generieke energiebesparingscode vallen, mits aan de voorwaarden (o.a. terugverdientijd tussen 5 en 15 jaar, aantoonbare energiebesparing) wordt voldaan. Laadinfrastructuur op eigen terrein kan eveneens voor EIA in aanmerking komen. Het is essentieel om de actuele Energielijst (voor 2025: Energielijst 2025) te raadplegen en bij twijfel een adviseur te consulteren.   
    
    
    
    
    
    
    
    
    
    
• Vraag 2: Wat is het belangrijkste verschil tussen AanZET en MIA/EIA voor een elektrische truck?
  • Antwoord: De AanZET-regeling is een directe aankoopsubsidie die wordt verstrekt als een percentage van de meerkosten van een elektrische vrachtwagen, waardoor de initiële aanschafprijs direct lager wordt. Deze subsidie is populair en de budgetten zijn vaak snel uitgeput. De MIA en EIA zijn fiscale aftrekregelingen. Dit betekent dat een percentage van de investeringskosten van de fiscale winst mag worden afgetrokken, wat resulteert in een lagere belastingaanslag. Het voordeel hiervan wordt dus via de belastingaangifte gerealiseerd. Belangrijk is dat vanaf 1 januari 2025 de AanZET-subsidie niet meer gecombineerd kan worden met de MIA voor dezelfde vrachtwagen.   
    
    
    
    
    
    
    
    
• Vraag 3: Ik heb de AanZET-ronde gemist. Welke opties heb ik nog voor subsidie op mijn elektrische vrachtwagen?
  • Antwoord: Als een AanZET-ronde gemist is, of als het budget al volledig is benut, zijn er gelukkig nog andere belangrijke mogelijkheden. De Milieu-Investeringsaftrek (MIA), specifiek via code A3116 op de Milieulijst 2025 voor een "Elektrisch of waterstof aangedreven vrachtwagen", is een sterk alternatief. Deze biedt 36% aftrek én de mogelijkheid tot 75% versneld afschrijven (VAMIL). Daarnaast kan de Energie-Investeringsaftrek (EIA) relevant zijn voor energiebesparende componenten van de truck of voor de laadinfrastructuur. Het is ook altijd goed om te controleren of er provinciale of gemeentelijke subsidies beschikbaar zijn.   
    
    
    
    
    
    
    
    
• Vraag 4: Hoe lang duurt het voordat ik een beslissing krijg over mijn EIA- of MIA-aanvraag?
  • Antwoord: De RVO streeft ernaar om binnen 8 weken na ontvangst van een volledige en correct ingediende aanvraag een beslissing te nemen en een verklaring af te geven voor zowel de EIA als de MIA/VAMIL. Deze verklaring is nodig om de aftrek vervolgens toe te passen in de eigen belastingaangifte. De daadwerkelijke fiscale verrekening vindt dus plaats bij de (voorlopige of definitieve) aanslag inkomsten- of vennootschapsbelasting.   
    
    

Tabel 3: MIA-codes en percentages (Milieulijst 2025 - algemeen overzicht)

Exporteren naar Spreadsheets

Bron: Gebaseerd op o.a.. De code A3116 voor elektrische vrachtwagens valt in categorie A. Raadpleeg altijd de officiële Milieulijst en publicaties van RVO/Belastingdienst voor de meest actuele en gedetailleerde informatie per bedrijfsmiddelcode.   

Tabel 4: EIA-mogelijkheden voor elektrische vrachtwagens en operatie (Energielijst 2025 - voorbeelden)